Gedrag
Gedrag hond
De dominantieverhoudingen moeten aan elkaar worden gecommuniceerd en daarvoor staan honden een aantal mogelijkheden ter beschikking. Door middel van de lichaamshouding communiceert de hond zijn dominante of onderdanige positie.
- Hoge houding van de staart
- Omhoog staan van de oren
- Naar voren staande mondhoeken
- Hoge romp
- Lage houding van de staart
- Naar achteren staan van de oren
- Naar achteren staande mondhoeken
- Lage romp
Andere communicatiemiddelen waarmee motivatietoestanden kunnen worden weergegeven zijn:
- Vocalisaties
- Het al dan niet opzetten van de haren (borstelen)
- Tanden laten zien
- Verspreiding van geuren
- KijkgedragBewegingen van de staart
- Laten zien van de tong
Gedragssystemen
Er zijn een aantal gedragssystemen te onderscheiden:
- Gedrag
- Angst
- Spel
- Vriendschap
- Prooi
- Voortplanting
- Territoriaal
- Rust
- Zelfverzorging
- Over de snuit bijten
- Boven staan
- Poot op schoft leggen
- Over (in) de nek bijten
- Likken van de mondhoeken van een ander dier
- Op de rug gaan liggen
- Tongelen
- Pootje geven
Neonatale fase (leeftijd 0-2 weken)
Overgangsperiode (leeftijd 2-3 weken)
Socialisatieperiode (leeftijd 4-12 weken)
Angstperiode (leeftijd 3-6 maanden)
De leerprocessen die gedurende een gevoelige periode van langere duur optreden staan bekend als socialisatie. Tijdens de socialisatie leert de hond de kenmerken van levende wezens waar hij op dat moment min of meer mee omgaat. De gevolgen hiervan zijn dat de hond minder angst ontwikkelt voor die individuen. Tevens zal prooigedrag niet ontstaan naar de individuen waaraan hij is gesocialiseerd.
Rassen
Bij wolven bepaalt de natuur welke dieren met elkaar paren, bij huisdieren selecteert de mens. Door selectie op bepaalde eigenschappen zijn allerlei honden ontstaan die bijzonder geschikt waren voor bepaalde taken. Wanneer je deze dieren met elkaar kruist, zullen de nakomelingen net zo goed of nog beter zijn dan hun ouders. Ook zullen zij de lichaamsbouw krijgen die het beste past bij hun werk. Hierdoor worden de verschillen in uiterlijk, karakter en werkcapaciteit steeds groter en lijken ze steeds minder op de wolf.
De Nederlandse Kynologie is via haar overkoepelend orgaan, de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland, bij de FCI (Federation Cynologique Internationale) aangesloten en hanteert de rasgroepindeling van de FCI. Er worden 10 groepen onderscheiden:
- Herdershonden en veedrijvers
- Pinchers, Schnauzers, Molossers, Berg- en Sennenhonden
- Terriërs
- DashondenSpitzen en Oertypen
- Lopende honden en zweethonden
- Staande jachthonden
- Niet-staande jachthonden
- Gezelschapshonden
- Windhonden
Aanpak gedragsproblemen
Voor de bepaling van een juiste therapie zal eerst moeten worden uitgevonden om welk probleem het nu gaat. Er is tenslotte een totaal andere therapie nodig voor de behandeling van dominante agressie dan voor angstagressie. Het stellen van criteria van probleemgedrag is dus van groot belang alvorens een juiste diagnose gesteld kan worden en daarbij bij het verhelpen van dit gedrag.
Er zijn een aantal oorzaken aanwijsbaar, die uiteindelijk kunnen leiden tot probleemgedrag:
Angst/schrikachtigheidHoge reactieve prikkelbaarheidAgressie/bijtneiging
Daarnaast kan een combinatie hond/eigenaar ook tot problemen leiden door verschillen in lichaamsgrootte en al dan niet als gevolg daarvan extreme krachtsverschillen. Dot kan leiden tot een rangordeprobleem of een instabiele rangorde, waarbij niet duidelijk is voor de hond wie nu eigenlijk de roedelleider is.
- Scheidingsangst
- Niet alleen kunnen zijn
- Rangordeprobleem
- Rangordeconflict
- Instabiele rangorde
- Competitieve agressie
- Angst(agressie)
- Dominant-onzeker
- Prooigedrag
- Hyperactiviteit
- Overactiviteit
- Dominante agressie
- Offensieve agressie
- Sociaal onzeker
- Eten van feces
- Eten van vreemde voorwerpen
- Eetproblemen (anorexia, vraatzucht)
- Onzindelijkheid
- Prooiagressie