0224-2135277 dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar!

Mogelijkheden leverbiopten melkvee

cow-liver
Posted in: Geen categorie Started by

Mogelijkheden leverbiopten melkvee

Het meten van de spoorelementenstatus via leverbiopten levert voor de elementen koper, zink en
ijzer veel meer informatie op dan het bepalen van de status via bloedwaarden. Ook kan met
onderzoek van het leverbiopt de status voor kobalt en molybdeen en zware metalen worden bepaald.
In de eerste plaats geven leverbiopten inzicht in de status van de spoorelementen: men weet of
een dier nog een buffer heeft, een dreigend tekort of overmaat. In de tweede plaats geven
leverbiopten inzicht in de achtergrond van het tekort: primair tekort door weinig in het rantsoen of
secundair tekort door overmaat van antagonisten.

Voor de analyse van spoorelementen in leverbiopten is 150 tot 200 milligram lever nodig.
Bij melkvee wordt aanbevolen om 5 dieren te bemonsteren: 2 tot 3 hoogdrachtige vaarzen en 2 tot
3 droogstaande koeien. Via een lange naald wordt de lever van buitenaf aangeprikt en kan er een biopt afgenomen worden. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen.

Leveronderzoek vs bloed- of urineonderzoek

Bij de bepaling van de spoorelementenstatus is het zinvol om onderscheid te maken tussen
verschillende diergroepen (kalveren, pinken, vaarzen, melkkoeien, vleesvee). Gebruikelijk worden
koper en seleen (als het enzym GSH-Px, glutathion-peroxidase) in het bloed bepaald en
magnesium in de urine. Dit heeft voor- en nadelen. Het voordeel is dat bloed en urine eenvoudig zijn te verkrijgen. Het nadeel is dat lang niet alle spoorelementen in bloed en/of urine zijn te meten (bijvoorbeeld kobalt
en molybdeen). Voor andere elementen geven de gehalten in bloed en/of urine veelal geen
informatie over dreigende tekorten of een overmaat door de bufferende werking van de lever (zink,
ijzer, koper). Zo zijn kopergehalten in het bloed alleen verlaagd bij te geringe levervoorraden en
verhoogd bij een sterke overmaat. Daarom is de gouden standaard voor het bepalen van de status
van deze spoorelementen het meten van het gehalte in de lever. Het beoordelen van de status van
spoorelementen aan de hand van leverbiopten kan alleen indien het betreffende element
homogeen verdeeld is. Voor koper en ijzer was dit al bekend. GD heeft nu aangetoond dat ook
zink, molybdeen en kobalt homogeen verdeeld zijn in de lever en dat leverbiopten voor al deze elementen dus representatief zijn voor de gehele lever.

Seleen wordt in de lever ingebouwd in het enzym glutathion-peroxidase dat op zijn beurt weer
wordt ingebouwd in bloedcellen. Dit proces duurt twee tot drie maanden, daarom is het meten van
het enzym GSH-Px in bloed een goede indicator voor de seleenstatus van de afgelopen twee tot
drie maanden. Ook de afbraak van het enzym duurt twee tot drie maanden, zodat het GSH-Px ook
een goede maat is voor de seleenstatus van de komende periode.

Magnesium wordt niet opgeslagen in het lichaam. De uitscheiding in de urine is daarom een
afspiegeling van de recente opname van magnesium (tot maximaal drie dagen). Het meten van
magnesium in de lever is dus niet zinvol.
Bloed- en urinemonsters behouden dus hun waarde voor seleen en magnesium (bloed blijft de
eerste keuze voor het bepalen van de seleenstatus via GSH-Px, urine voor magnesium).

Contactgegevens

Adres

  • Zijperweg 11, 1742 NE Schagen
  • Oosterdijk 34, 1746 CH Dirkshorn
  • Zeeweg 44, 1759 GV Callantsoog

Telefoon: 0224-213527
Email: info@dapschagen.nl

Spoedgeval? Bel 0224-213527
24/7 bereikbaar!

Contact US

Uw naam *

Woonplaats *

Telefoonnummer *

Uw email *

Wilt u de nieuwsbrief ontvangen?
 Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen.

Uw bericht

* verplicht veld