Voeding

Lammeren

Lammeren hebben de eerste 1 à 2 dagen biest nodig. Geef ze zes keer per dag 60 ml. Vervolgens de hoeveelheid opbouwen naar 1,5-2 liter in de 2e of 3e week en de frequentie afbouwen naar 2 keer daags. Vanaf de 4e week kan de melkgift in 3 à 4 weken geleidelijk afgebouwd worden. Het precieze voerschema is afhankelijk van het gebruikte product.
Voer vanaf 10 dagen leeftijd ruwvoer, krachtvoer en vers water bij. Snelle opname van ruwvoer en krachtvoer geeft een goede pensontwikkeling, is een aanvulling van mineralen, vitamines en spoorelementen en verhoogd de weerstand tegen verteringsstoornissen. Zonder wateropname ook geen voeropname, dus zorg altijd voor goed bereikbaar en vers water.

Kuilgras kwaliteit

Kuilgras moet van goede kwaliteit zijn. In slecht geconserveerd kuilgras kunnen Listeria-bacteriën zitten. Listeria veroorzaakt hersenvliesontsteking en verwerpen. Maten voor de kwaliteit van de conservering zijn de pH (< 5,0 is meestal goed, afhankelijk van drogestofgehalte) en NH3-fractie (<8% is goed, > 15% is slecht). Vooral voor geiten is dit belangrijk.

Ooien

De conditie van schapen wordt meestal gescoord van 1 (broodmager) tot en met 5 (te vet). De ideale conditie bij dekken is 3 à 3,5. Hierbij zijn de doornuitsteeksels op de wervelkolom alleen met enige druk met de vinger nog afzonderlijk te voelen. De dwarsuitsteeksels van de lendewervels zijn vlak en bedekt en niet afzonderlijk te voelen. Tijdens de dracht moet de conditie zo blijven. Controleer dit regelmatig en voer zo nodig bij. Tussen werpen en spenen zal de conditie afnemen. Zorg na spenen voor conditieherstel, zonder de ooien te laten vervetten. Flushen is de ooien tot 2 à 3 weken voor dekken op een schrale weide laten lopen en dan naar een rijke wei verplaatsen. Dit kan het aantal lammeren per schaap met gemiddeld een half lam vergroten.