IBR
De veroorzaker van IBR, het bovine herpesvirus, blijft na een infectie levenslang in de koe aanwezig. Door stress kan het virus weer actief worden (reactivatie): de koe gaat opnieuw virusdeeltjes uitscheiden en kan zo koppelgenoten besmetten waardoor opnieuw een uitbraak kan ontstaan.
Tegenwoordig is het mogelijk om via tankmelk een overzicht te krijgen over het voorkomen van IBR een bedrijf. Dit onderzoek kan tevens ingezet worden om (sub-)klinische IBR uitbraken op te sporen. Met behulp van het tankmelkabonnement is het mogelijk om de IBR-vrij status te behalen.
Tevens zijn er op veel bedrijven zijn nog IBR-besmette dieren aanwezig. Vaccineren op besmette bedrijven biedt een goede bescherming voor de niet besmette koppelgenoten.
Bedrijfsentingen met levende IBR-marker vaccins zijn bewezen effectiever dan entingen met geïnactiveerde vaccins. Onderstaand figuur toont het verschil in effectiviteit tussen levende en geïnactiveerde vaccins.
Verschil kans op reactivatie aanwezig IBR virus op bedrijf tussen levend en geinactiveerd IBR vaccin
- Keuze voor het vaccineren in de neus of in de spier hangt af van de IBR-infectiedruk
- Vaccineren alle dieren vanaf 3 maanden
- De vaccinatie herhalen na 6 maanden